SPQR > Versie 1
Tekst 1 (versie 2)
1. De koning roept de slaaf.2. De slaaf komt.
3. Hij hoort baby's.
4. Hij ziet het mandje.
5. In het mandje liggen twee jongens.
6. De jongens schreeuwen en huilen.
7. De koning beveelt de slaaf de jongens te doden.
8. De slaaf is bang voor de koning.
9. Daarom weigert hij de opdracht niet.
10. Toch dood hij de jongens niet.
11. De slaaf tilt het mandje op en hij draagt de jongens naar de rivier.
12. Hij plaatst het mandje in de rivier. Het mandje drijft.
13. De rivier draagt het mandje naar een plaats,
14. waar water tussen de bomen stroomt.
15. Daar blijft het mandje steken.