Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 11, tekst 2D: Een vergelijking tussen lichaam en staat (2.32, 9-12)

1 Dat in de tijd waarin in de mens alles niet, zoals nu, eensgezind was, maar elk lichaamsdeel afzonderlijk zijn eigen beleid en spraakvermogen had, de overige delen zich boos maakten dat alles door hun zorg, door hun inspanning en werk voor de maag werd verschaft, maar dat de maag rustig in het midden niets anders dan genoot van de gegeven genietingen; dat zij daarna overeengekomen zijn dat de handen geen voedsel naar de mond brachten en dat de mond het eten dat werd aangereikt niet aannam en de tanden het niet vermaalden. 5 Dat de ledematen door deze woede, terwijl zij de maag door honger wilden bedwingen, zelf ieder afzonderlijk en het hele lichaam gekomen zijn tot het uiterste verval. Dat daaruit was gebleken dat ook de dienst van de maag helemaal niet zinloos was en dat hij niet meer gevoed werd dan voedde, omdat hij aan alle delen van het lichaam datgene teruggeeft waardoor wij leven en krachtig zijn, gelijk verdeeld over de aderen, namelijk bloed verrijkt door verteerd voedsel. Dat hij door vanhieruit met de vergelijking aan te tonen hoe een inwendig conflict van het lichaam gelijk was aan de woede van het volk jegens de senatoren, de houding van de mensen heeft veranderd.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.242

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26