Vivat Roma > Boek 2
Taalboek blz 109 opdr 6, 7, 9, 10, 12, 13
Opdracht 61. Omdat de vijanden plotseling aanvielen, is het Romeinse leger overweldigd.
2. Hoewel de vijanden plotseling aanvielen, vluchtte het Romeinse leger niet.
3. Terwijl de slaaf sliep, kwam de meester het huis binnen.
4. Nadat de stad was ingenomen, keerden de soldaten naar hun legerkamp terug.
5. Wanneer jij helpt, maak ik het werk af.
6. Hoewel moeder huilde ging vader weg.
Opdracht 7
gelijktijdig, terwijl, -e, -ibus, voortijdig, nadat, -o/-a, -is
PPA: referente, mittentibus, moriente, clamantibus
PPP: audita relictis, facto
Opdracht 9
1. Servio domino intrante
2. Hospites veniunt omnibus rebus paratis
3.Hostes incendunt urbem captam
Opdracht 10
1. op staande voet
2. als God het wil
Opdracht 12
1. quod= acc. ev. onz.
2. quae= nom. mv. onz.
3. qui= nom. ev. mnl.
4. qui= nom. ev. mnl.
5. cuius= gen. ev. mnl.
6. quem= acc. ev. mnl.
Opdracht 13
1. De jongens zijn blij. Ze haasten zich naar huis.
2. De burgers prijzen de soldaten. Aan hen geeft de bevelhebber geschenken.
3. Marcus komt uit een groot gebouw. Dat is de tempel van Jupiter.
4. Quintus is van huis vertrokken. Hem gaat Marcus tegemoet.
5. De gewonde soldaten zijn naar de stad overgebracht. De aanvoerder van de vijanden beval dat die in brand gestoken werd.