Vivat Roma > Boek 2
Hoofdstuk 20, tekst A (versie 1)
1 Tussen de tumult beval Tanaquil dat het paleis gesloten werd, en ze zette alle getuigen eruit. Intussen, terwijl ze de wond van de koning verzorgde, ontbood ze Servius. Nadat ze aan hem de bijna levenloze man had laten zien, zei ze terwijl ze de rechterhand vasthield: De herders, die door de zonen van Ancius Martius gezonden waren, hebben de koning gedood met een bijl. Als door de plotselinge situatie jouw plannen verlamd zijn, volg dan de mijne. Want, o Servius, het koninkrijk is van jou, als jij een man bent, niet van hen, die met andermans handen de koning gedood hebben.10 Intussen was het verhaal verspreid dat de koning gedood was. Een grote menigte van mensen was bij het paleis samengekomen. Daarom besloot Tanaquil, die het geschreeuw van de menigte hoorde, het volk te kalmeren. Uit het hogere gedeelte van het paleis sprak zij door het raam het volk toe.
15 Ze zei dat een vreselijke zaak was gebeurd, dat de koning door de slag van een bijl getroffen is. Maar dat het ijzer volstrekt niet diep in zijn lichaam was afgedaald. De wond, zei ze, heb ik bekeken en alles is gezond. De koning is reeds bijgekomen. Spoedig zullen jullie hem zien. Intussen zal Servius Tullius, die bij jullie allen zeer geƫerd is, de taken van de koning vervullen.
21 Vervolgens hield Tanaquil de dood van haar man gedurende enige dagen verborgen, gedurenden de welke Servius zijn machten versterkte. Pas toen berichtte ze aan het volk dat Tarquinius was gestorven. Zo bereikte de verstandige vrouw dat Servius Tullius Tarquinius Priscus opvolgde.