Via Nova > Boek 4
Hoofdstuk 3 (Horatius), carmen 3.30
1-5: Ik heb een monument voltooid, duurzamer dan brons en hoger dan de koninklijke bouw van de pyramiden, dat noch een vraatzuchtige regenbui, noch de onstuimige noorderwind of een ontelbare reeks van jaren kan vernielen.6-9: Ik zal niet helemaal sterven, en een groot deel van mij zal Libitina vermijden : onafgebroken zal ik in latere roem groeien, steeds weer nieuw, zolang de priester het Capitool zal bestijgen met een zwijgende maagd.
10-14: Men zal daar waar de Aufidus onstuimig bruist en daar waar Daunun, arm aan water, regeerde over plattelandsvolk, zeggen dat ik, hoewel van lage afkomst, als eerste een Aeolisch gedicht overzette naar de Italiaanse maten.
14-16: Wees trots op mij, Melpomene, een trots verkregen door verdienste en omgord mijn haar gewillig met Delphisch laurier.