Via Nova > Boek 2 Imperium
Hoofdstuk 18, tekst 1: Bij de pottenbakkerij
De zomer is dit jaar zeer warm en vochtig. In de pottenbakkerij gaat de bedrijfsleider Quartus langzaam zitten en veegt het zweet van zijn voorhoofd af. Hij verwacht Velaeda, de echtgenote van zijn meester, omdat die/zij de vorige dag heeft gezegd, dat zij het werk wilde bekijken. 'Waarom wil zij vandaag komen?' vraagt Quartus zich af. 'In dergelijke hitte kan niemand werk goed op zich nemen.'Intussen voltooien arbeiders toch zorgvuldig het werk, hoewel ze nogal langzaam/langzamer werken. Sommigen vullen vormen met klei, anderen brengen de gevulde vormen weg en leggen die neer op de binnenplaats, waar de zon de tegels droogt. Vervolgens brengen andere werklieden de gedroogde tegels uit de vormen naar voren (halen te voorschijn) en plaatsen die in de oven. Tenslotte dragen slaven de gebakken tegels onder een afdakje.
Velaeda komt er aan. 'Gegroet, meesteres,' zegt Quartus. 'U kunt ons werk bekijken.' 'Dag, Quartus,' antwoordt Velaeda. 'Haast je langzaam. Want wie gelooft dat in een dergelijke hitte het werk goed kan voortgaan?' Dan wil Quartus zijn meesteres alles graag laten zien. 'Kijk, hier worden de vormen met klei gevuld. De gevulde vormen worden door de arbeiders weggedragen en op deze plaats neergelegd, waar ze door de zon gedroogd worden.'
Terwijl hij de zaak uitlegt, ziet de bedrijfsleider plotseling sporen van een hond in de tegels. Hij wordt rood, maar zegt niets. 'Verdraaid, de hond heeft zijn poten in de nog niet gedroogde tegels gezet,' denkt hij bij zich zelf. 'Ik hoop, dat de meesteres dat niet heeft gezien.'
Terwijl ze verder gaan, zegt hij: 'De gedroogde tegels worden uit de vormen naar voren gebracht en in die oven gelegd. Tenslotte worden de gebakken tegels onder het afdakje gedragen.'
'Jij regelt de zaak zeer goed,' zegt Velaeda. 'Ik ben tevreden en ik ben blij dat de hitte jullie niet kan belemmeren.' Vervolgens lachte zij en voegt toe: 'Maar voor jou is het nodig de hond zorgvuldiger te bewaken.'