Via Latina > Boek 2
Tekst 22
TEKST 22Spoedig keerde Eurylochus alleen terug en zei: ‘Ik huiver / schrik ervoor terug
die dingen te vertellen die gebeurd zijn, maar ik zal (ze) juist en waar /
correct en naar waarheid vertellen:
3 We waren bij een groot paleis gekomen.
Plotseling verscheen een mooie vrouw, ze nodigde ons met vleiende woorden in
het/haar paleis uit.
Ik bleef bij de deur staan, omdat ik bedrog en een hinderlaag/valstrik vreesde.
6 De vrouw gaf mijn metgezellen een drank, die zij gewillig aannamen.
Meteen veranderden ze [zich] in varkens.’
Zodra Ulixes deze dingen / dit had gehoord, greep hij zijn zwaard en snelde naar het paleis.
9 Hem kwam Mercurius tegemoet (met de woorden):
‘Je zult deze plaats niet behouden/ongeschonden verlaten,
je zult je makkers niet ongedeerd van dit eiland wegvoeren/meenemen, behalve/tenzij met
de hulp van de goden / je zult je makkers alleen met de hulp van de goden …
12 Draag daarom dit geneesmiddel/middel met je mee / bij je!
Door de kracht/werking van dit middel zul je aan de toverkunsten van Circe (kunnen)
ontsnappen/ontkomen.’
Toen Ulixes bij het paleis kwam / was aangekomen, riep hij Circe naar buiten.
15 Deze verscheen onmiddellijk, bracht hem naar binnen (en) gaf (hem) de drank.
Ulixes aarzelde niet hem te drinken / dronk hem zonder aarzelen.
Toen zei Circe: ‘Ga weg vanhier naar de zwijnenstal / Weg wezen jij naar het varkenshok!’
En ze raakte hem aan met haar staf.
18 Verbluft keek ze naar Ulixes. Deze nam niet de gestalte/gedaante van een varken aan,
maar trok met een felle/heftige beweging zijn zwaard en deed alsof hij haar doodde /
wilde doden.
Circe wierp zich voor hem aan zijn voeten neer en smeekte op deze manier / als volgt:
21 ‘Bedwing je woede, laat me leven!
Mercurius had (mij) voorspeld dat ik alle stervelingen kon veranderen behalve Ulixes.
Als jij Ulixes bent, wees voor mij een vriend / wees dan mijn vriend!’
24 Hierop antwoordde Ulixes, hoewel hij reeds brandde door/van liefde, op ruwe wijze /
met barse stem:
‘Hoe kan ik vertrouwen in je hebben / je vertrouwen?
Voordat ik voor jou een vriend ben / je vriend ben, zweer mij bij de Styx:
«Ik zal ophouden jou te schaden / Ik zal je geen kwaad meer doen en je makkers zal ik hun
menselijke gestalte/gedaante teruggeven».’