Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Via Latina > Boek 1

tekst 6: op volle zee

Al lange tijd varen de Flavii op de volle zee. Flavius is blij, Aulus en Marcus zijn blij, want ze gaan naar een nieuw land. Caecilia is ook niet meer bedroefd. De wind is gunstig en de kapitein van het schip en de matrozen verheugen zich. Alleen Flavia is droevig, want ze denkt aan haar vriend Quintus. Plotseling verschijnt er in de verte een groot schip. Dan [zegt] Aulus: ‘Kijk, Marcus! Vader, moeder, kijk! ‘Er nadert een schip.’ De kapitein roept de matrozen en spoort [hen] aan: Luister, matrozen! Er naderen piraten.’ Grijp/neem de wapens! Leid de vrouwen naar het voorschip! Verdedig het schip! Jaag de piraten op de vlucht! Overal is geschreeuw en verwarring. Flavia is zeer bang en houdt haar tranen niet meer, Caecilia roept Juno (aan): ‘Oh koningin van de godinnen! Hoor mij! Wees genadig! ‘Geef ons hulp! Weer het gevaar af!’ Maar Juno hoort Caecilia niet. Al veel piraten springen over in het schip. De razernij is groot. De matrozen vechten verbitterd, maar de piraten overwinnen. Sommigen doden ze, anderen storten ze in zee, anderen nemen ze mee naar het eiland Cyprus.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26