Vergilius
Georgica 1, 1-5
(466-468) Na de moord op Caesar had de zon ook medelijden met Rome, toen zij haar stralende hoofd met een donkere koperroest bedekte en goddeloze generaties een eeuwigdurende nacht vreesden.(469-475) En nochtans gaven op dat tijdstip ook de aarde, de oppervlakte van de zee en onheilspellende honden en ongunstige vogels voortekens. Hoe dikwijls hebben wij gezien dat de opborrelende Etna, nadat de ovens van de cyclopen gebarsten waren, zich bruisend uitstortte over de akkers en hoe dikwijls hebben wij gezien dat de vuurballen en gesmolten rotsen rolden over de velden! De Germanen hoorden het gekletter van wapens over heel de hemel en de Alpen trilden door ongewone schokken.
(476-480) Een reusachtige stem werd overal doorheen de zwijgende bossen duidelijk gehoord, bleke geesten verschenen op een wonderlijke wijze vlak voor de donkere nacht, en dieren spraken, afschuwelijk ! De rivieren stonden stil en de aarde spleet open, droevige ivoren beelden in de tempels stortten in tranen uit en bronzen beelden zweetten.
(481-488) Eridanus, koning van de rivieren nam de bossen in een enorme draaikolk en spoelde ze weg en sleurde het vee met stal en al mee over alle velden. In diezelfde tijd bleven ongunstige vezels verschijnen in onheilspellende ingewanden, het bloed bleef maar vloeien uit waterputten en in de nacht bleven trotse steden weergalmen door wolven die huilden.
Nooit vielen meer bliksemschichten uit een heldere hemel onder andere omstandigheden en nooit brandden zovele onheilspellende kometen zo dikwijls.
(489-497) En dus zag Philippi dat Romeinse legers voor de tweede keer onder elkaar slaags raakten met gelijke wapens. En het leek de goden zeer waardig dat ons bloed Emathia en de brede velden van de Haemus tweemaal vetmestte. En natuurlijk zal ook de tijd komen, wanneer in die gebieden een boer, na het omwoelen van de aarde met een gebogen ploeg, speren zal vinden die uitgehold zijn door schilferig roest., ofwel zal hij met een zwaar houweel stoten tegen lege helmen en hij zal grote beenderen bewonderen nadat de graven zijn uitgegraven.
(498-502) Beschermgoden van de voorvaderen; Romulus en moeder Vesta, jij die waakt over de Etruskische Tiber en de Romeinse Palantijn, verhinder althans niet deze jongeman, die onze ten val gebrachte generatie ter hulp komt. Reeds lang genoeg hebben wij met ons bloed geboet voor de meineed van Laomedon van Troje.
(503-508) Reeds lang benijdt het hemelse hof ons om jou, Caesar en klaagt dat jij zorgt voor het succes van de mensen. Natuurlijk, waar goed en kwaad zijn omgekeerd: zoveel oorlogen in de wereld en zovele vormen van misdaden. Geen enkel aanzien verdient de landbouwer: de velden liggen braak nadat de boeren zijn weggeleid en gebogen sikkels zijn omgesmolten tot een recht zwaard.
(509-514) Hier veroorzaken de Parten een oorlog en daar de Germanen. Naburige steden nemen de wapens op, nadat onderlinge verdragen zijn verbroken. De gewetenloze Mars woedt over heel de wereld: zoals vierspannen de afstand vergroten, wanneer ze uit de carceres naar buiten zijn gestormd en zoals de wagenmenner wordt voortgesleept terwijl hij de teugels tevergeefs vasthoudt en de wagen niet meer gehoorzaamd aan de teugels.