Tirocinium Latinum
Exercitium 55: oef. 68
Plinius.Plinius groet Traianus.Toen ik rondreisde door een afgelegen deel van de provincië, heeft een ontzetttend geweldige brand in Nicomedia vele huizen van particulieren en twee publieke gebouwen opgevreten, hoewel er een weg tussen lag. Nu is de brand verder verbreid ten eerste door de onstuimigheid van de wind, vervolgens door de traagheid van de mensen, van wie duidelijk vaststaat dat ze zonder iets te doen en onbeweeglijk als toeschouwers van een zo grote ramp zijn blijven staan; en verder was er nergens een brandspuit in de openbare ruimte, nergens een emmer, kortom geen enkel middel om branden te bedwingen. En deze zaken zullen, zoals ik reeds heb verordend, worden klaargemaakt. U, heer, moet nagaan of u vindt dat er een brandweerkorps moet worden ingesteld. Houdoe.
Lactantius.
Als iemand het hele bestuur van de wereld zou beschouwen, zal hij zeker inzien, hoe waar de opvatting van de Stoïci is, die zeggen dat de wereld gebouwd is omwille van ons. Want alle dingen zijn aangepast aan het nut van > voor de mens. De mens gebruikt vuur voor de praktijk / het gebruik van het verwarmen, van licht en van het koken van spijzen en het maken van ijzer, hij gebruikt bronnen voor het drinken en voor baden, rivieren voor het irrigeren van akkers en het afbakenen van gebieden, hij gebruikt de aarde voor het verkrijgen van een verscheidenheid van gewassen, de bergen voor het gebruik van bomen en hout, vlakten voor een oogst, hij gebruikt de zee niet alleen voor vormen van handelsverkeer en voorraden die uit verre gebieden moeten worden gehaald/voor het halen van voorraden uit verre gebieden, maar ook voor de overvloed van iedere soort vissen.
Maar de academici, wanneer ze uiteenzettingen houden tegen de stoïci, plegen te vragen waarom, als god alles heeft gemaakt omwille van de mensen, er ook veel dingen worden gevonden die voor ons schadelijk, vijandig en verderfbrengend zijn, zowel in zee als op het land.
Einhart
Karel vond dat zijn kinderen op zo’n manier moesten worden opgeleid, dat zowel zonen als dochters werden onderwezen in de studies, waarop hij zich ook zelf toelegde. Hij liet zijn zonen, meteen zodra hun leeftijd het toeliet, op de manier van de Franken paardrijden en zich oefenen met wapens en jachtpartijen. Hij had een zo grote zorg voor de opvoeding van zijn zonen en dochters, dat hij thuis nooit zonder hen at, nooit zonder hen op reis ging.
Zelf oefende hij zich voortdurend in het paardrijden en jagen. Hij had zelfs schik in de warme dampen van wateren die van nature warm zijn, waarbij hij met veelvuldig zwemmen zijn lichaam oefende. Hierom liet hij zelfs het paleis van Aken bouwen en woonde daar in de laatste jaren van zijn leven totaan zijn dood.
Op feesten liep hij rond getooid in een kleed dat met goud doorweven was en in met edelstenen bezette schoenen en in een kroon van goud en edelstenen. Maar op andere dagen week zijn kledij weinig van het gewone af.
Onder (een ander voorzetsel dan ad!) het eten luisterde hij naar een voorlezer. Er werden hem geschiedenissen voorgelezen en de krijgsdaden van de ouden. Hij had ook plezier in de boeken van de heilige Augustinus en vooral in die, welke Over de stad Gods getiteld zijn.
Hij was geweldig welsprekend en kon wat hij maar wilde glashelder uitdrukken. En niet slechts tevreden met zijn vaderstaal deed hij zelfs moeite voor het leren van vreemde talen; en hieronder leerde hij het Latijn zo (goed), dat hij gewoon was evenzeer in die (taal) te spreken als in zijn vaderstaal. Maar Grieks kon hij beter begrijpen dan spreken.
De christelijke religie, waarvan hij vanaf zijn kindertijd was doordrongen, hield hij met de grootste vroomheid in ere en daarom bouwde hij in Aken een kerk van zeer veel schoonheid en versierde deze met goud en zilver. En toen hij voor de bouw hiervan van elders geen zuilen en marmer kon hebben, liet hij ze aanvoeren uit Rome en Ravenna.