Tirocinium Latinum
Exercitium 42: oef. 54
1. Zij zullen doen wat hun ouders hun ook maar zullen hebben opgedragen.2. De zeelui, ontrukt aan storm en golven, aanschouwden eindelijk blij de haven.
3. Waarom maak je het werk, waaraan je bent begonnen, niet af?
4. Omdat er plotseling een geschreeuw was aangeheven, zijn de boogschutters gevlucht.
5. Toen ik vanaf de top van de burcht naar beneden keek, zag ik dat de vlakte gevuld was met een menigte van gewapende mannen.
6. Het aantal dergenen die verlangden naar een revolutie, groeide steeds.
7. Cicero verwierf zich de grootste roem uit > met de beroemde redevoeringen tegen Catilina.
8. Caesar zei dat hij, ertoe aangezet door smeekbeden van de Haedui, een oorlog tegen de naburige Helvetii had ondernomen.
9,. Na de moord op de aanvoerder waren verscheidene soldaten opgehouden zich te verzetten en op de vlucht geslagen.
10. Doe wat je is opgedragen te doen.
11. De moord op Caesar heeft de Romeinse republiek danig geschokt.
12. In het begin van de zomer is ook in Spanje een oorlog te land en ter zee begonnen.
13. Hoewel zo’n beetje heel Italië door Hannibal bezet was, zijn de meeste bondgenoten het Romeinse volk toch niet afgevallen.
14. Na de overwinnig op Hasdrubal zijn zo’n beetje alle volken van Spanje overgelopen naar de Romeinen.
15. Met de grootste inspanning van de mensen worden ijzer, goud, zilver opgegraven.
16. Omdat jij op hem neerkeek, is hij vreselijk boos.