Tirocinium Latinum
Exercitium 32: oef. 36
1. Wiens gedichten lees je? Van H, de beroemdste dichter van de G?2. Wie van hen heeft jou zoveel opdrachten gegeven?
3. Aan wie heb je je oude huis verkocht en tegen welke prijs?
4. Op welke heuvel heb je gestaan en wat heb je toen gezien?
5. Welke zaak heeft voor ons in die voor het vaderland gevaarlijke tijd nuttiger kunnen zijn dan de voorzichtigheid van QFM?
6. Om welke zaak > Waarom hebben jullie dit werk naar de volgende dag uitgesteld? Doet het nu.
7. Door welke verzen worden wij meer bewogen dan door de beroemde prachtexemplaren die wij lezen bij Homerus over de dood van Hector en de smart van zijn vader Priamus?
8. De Romeinse consul HEEFT aan de gezanten, die zijn hulp hadden ingeroepen, geantwoord: Waarom komen jullie bij ons, gezanten, zonder wier gezag > volmacht jullie hebben geprobeerd een verbond te sluiten met de vijanden? Nu, omdat de vijanden het verdrag hebben verbroken en jullie gebied vernietigd, komen jullie bij ons. Maar met welk recht, met welke hoop?
9. Over welke zaak heeft de bode gisteren de senaat bericht?
10. De vader riep, nadat hij het lichaam van zijn gedode zoon had gezien, vol smart uit: Wie zal mijn zoon zijn leven, wie zal mij mijn zoon teruggeven?
11. Welke raad heb jij hem gegeven?
12. Wat voor misdaden heeft die vent begaan?
13. Met wat voor welsprekendheid heeft hij jullie allen overreed?
14. Waarom heb je hen gedwongen vandaar te vertrekken?