Tirocinium Graecum
Les 27, verhaal: Over Leonidas en degenen met hem
IToen Kyros, de koning van de Perzen, de heerschappij van Kroisos, de koning van de Lydiërs had onderworpen, werden na niet al te lange tijd ook de steden van de Grieken in Azië gedwongen hem (Kyros) te gehoorzamen en hem te dienen. De Grieken, die zich de vroegere vrijheid herinnerden, nadat zij het juk van de slavernij af hadden geschud, zonden herauten naar hun vaders en verwanten in Griekenland toe, opdat van hun kant er voor hen hulp in de strijd tegen de Perzen zou ontstaan. Slechts (alleen) twee steden werden overtuigd, dit waren Eretrië op het eiland Euboia, en Athene, die een paar schepen naar hen stuurden. Wie zou zich verbazen, dat de jonge vrijheid kort was en weinig jaren later werd vernietigd.
II
Darius, de koning van de Perzen, besloot om ook Griekenland zelf te onderwerpen. Nadat hij een grote menigte van mannen en schepen verzameld had, zond hij die eerst naar Eretrië, opdat haar burgers werden gestraft en tot slaaf gemaakt werden (in slavernij gevoerd werden). Dit was niet moeilijk. Hierna werden de Perzen vanuit Euboia naar het vasteland gezonden. Nadat de Atheners hen daar met een klein leger opgewacht (ontvangen) hadden, bonden zij op de vlakte in Marathon de strijd aan: zij verdreven de Perzen naar de zee en naar de schepen en terwijl zij hen achtervolgden, doodden zij veel van hen. Griekenland werd, na deze grote nederlaag van de Perzen in Marathon, tien jaar niet door oorlog en niet door strijd verontrust. Maar in het tiende jaar werd door de koning van de perzen uit alle streken van zijn grote rijk (heerschappij) een ander en ook groot leger verzameld: met deze vreselijke macht trok hij te velde op het kleine Griekenland af.
III
Toen het leger van de vreemden (Perzen) dichtbij was, besloten de strategen van de Grieken aan Leonidas, de koning van de Spartanen, die het meest door de Grieken werd bewonderd om zijn dapperheid, de bewaking van de Thermopylae toe te vertrouwen. Omdat deze pas nauw was, was men van mening dat weinig soldaten voldoende waren. En vele dagen streden de dappere bewakers met grote moed tegen de menigte vijanden. Aan deze vreemden (Perzen) werd toen door een verrader, die Efialtes heette, het andere pad door de bergen bekendgemaakt, waarlangs de Perzische afdelingen, nadat zij waren rondgeleid, de mannen bij Leonidas dwongen om met hen naar twee kanten te strijden. Nu was het voor de edele mannen niet meer mogelijk de vrijheid van het vaderland te redden, in een vreselijke strijd stierven allen. Zo werden degenen met Leonidas in de strijd ter verdediging van Griekenland vermoord, maar de namen van hen zullen voor altijd bij vele mensen bekend zijn. Na de strijd werd er een gedenkzuil opgericht, waarop het volgende opschrift stond:
'O vreemdeling, meldt aan de Spartanen (Lakedaimonios), dat wij hier liggen omdat wij aan hun bevelen gehoorzaamden.'