Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Roma > Boek 2

Hoofdstuk 22, tekst B: De heldendaad van Mucius Scaevola

Mucius antwoordde aan de koning die vroeg: "Wie ben je? Wat wilde je met deze misdaad bereiken?" dat hij de koning zelf wilde vermoorden en niet de secretaris. Hij zei: "Ik ben een Romeinse burger. Ze noemen me Gaius Mucius. Ik wilde als vijand de vijand doden. Dood me. Ik vrees de dood niet. Het is immers beter om voor het vaderland te sterven dan bang te zijn voor de dood. Maar als je me gedood zal hebben, zal je nooit een nacht met een rustige geest slapen. Vervolgens zweeg hij. Toen zei Porsinna, die de moed van Mucius op de proef wilde stellen, zeer woedend: "Slaven, breng mij een offerpan met vuur!" Snel brachten de slaven het vuur. Maar Mucius, die niets vreesde stak zijn rechterhand in de offerpan. Terwijl zijn hand in het vuur werd geroosterd zei hij: "Oh koning, zij die de grote roem zien vrezen vuur niet. Ik heb jou als eerste willen doden. Na mij zullen echter andere Romeinse mannen, die tamelijk woedend zijn, steeds weer komen en ze zullen jou proberen te doden. Toen liet Porsinna, die begreep dat hij de Romeinen nooit zou overwinnen, Mucius ongedeerd naar Rome gaan. Vervolgens heeft hij vrede met de Romeinen gesloten. De senatoren gaven Mucius vanwege zijn moed een gebied aan de overzijde van de Tiber als geschenk. Later noemden de Romeinen Mucius "de linkerhand" omdat zijn linkerhand niet in het vuur verbrand was.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18