Roma > Boek 2
Hoofdstuk 20, opdracht 11
1. Waarvandaan- Zij gaan weg uit Rome2. waarmee- ST werd met een zwaard gedood
3. Waar- Er is gestreden te land en te zee
4. Waardoor - Het volk was bewogen(ontroerd) door de dood van de koning
5. Wanneer - Wij hebben tijdens de nacht goed geslapen
6. Waarmee - Harten van allen waren met enorme angst vervuld
7. Waar - In de rechtbank verdedigde de vader zijn zoon.
8. Hoe - Op deze manier is Tarquinius koning geworden.
9. Waardoor - Ik word bang (gemaakt) door de schim van de onbekende man.
10. Waardoor - De trotse koning heeft door misdaden zijn macht vergroot.