Roma > Boek 2
Hoofdstuk 18, opdracht 10 (versie 2)
Oefening 10:1) Romulus, die de Romeinen zag vluchten, smeekte tot Iuppiter.
2) Iuppiter, voor wie ik grote tempels heb geplaatst, red ons!
3) De vogels die Romulus zag, zijn tekens van Iuppiter.
4) De Sabijnse vrouwen, die de oorzaak van de oorlog waren, mengden zich tussen de wapens.
5) De Sabijnen, van wie de dochters door de Romeinen waren geroofd, gingen woedend weg.
6) Op de plaats, waar de wolvin de jongens had gevoed, is Rome gesticht.