Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Roma > Boek 1

Hoofdstuk 4, tekst B

Plotseling voelt Aeneas een windvlaag/het aanzwellen van de wind.
Hij kijkt om zich heen. De zon schijnt niet meer.
Hij ziet wolk(en).
Hij hoort de wind waaien.
Hij ziet ook bliksems.
Hij is bang. Meteen roept hij de Trojanen bijeen.
Hij beveelt hen de zeilen samen te binden.
De Trojanen gehoorzamen.
Snel binden zij de zeilen samen.
Helaas. De winden doen het schip al heen en weer schudden.
Reeds overspoelen de golven het schip.
Ze brengen de Trojanen in het nauw en doen hen verdrinken/ondergaan in zee.
Aeneas hoort de Trojanen roepen.
Hij strekt zijn handen uit naar de hemel en roept de god Neptunus aan.
De god hoort hem en bedaart de storm.
Zo redt hij de Trojanen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.329

Nieuw afgelopen maand: 18

Gewijzigd afgelopen maand: 36