Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Roma > Boek 1

Hoofdstuk 8, tekst C

Onthutst neem ik een besluit. Snel verzamel ik een groepje vrienden om me heen. We bewapenen ons en trekken vanuit mijn huis verder Troje in, brandend van verlangen om te vechten. Onderweg ontmoeten we de priester Panthus. Deze vertelt ons dat de Grieken de oude, eerbiedwaardige stad Troje in handen hebben en overal vreselijk huishouden. Hij raadt ons aan te vluchten.
Maar wij denken daar niet aan en snellen voort. Hoewel de situatie hopeloos lijkt, weten wij dat er maar één redding is voor verliezers, op geen redding hopen! Als rovende wolven, die zich in een donkere nacht laten voortjagen, blind van razende honger, rennen wij dwars door de wapens, dwars door de vijand, een zekere dood tegemoet. Wie is ons verdriet en onze woede? Overal in de straat, in de huizen, in de tempels liggen ontzielde lichamen.
We stuiten op een groepje Grieken. De dwazen denken dat ook wij Grieken zijn. Dat kost hun het leven. Opgewekt door dit succes beroven we hen van hun wapenuitrusting. Dat brengt ons op een idee. We trekken hun wapenuitrusting aan en trekken nu als Grieken verder door de donkere nacht. Bij de tempel van Minerva aangekomen zien we een vreselijk beeld: de priesteres Cassandra, dochter van de oude koning Priamus, wordt aan haar haren door de Grieken uit de tempel gesleept! Omdat haar tere handen geboeid zijn, richt zij haar vurige ogen naar de hemel - tevergeefs. Wij stormen te hulp, maar in het bloedbad dat ontstaat worden wij niet alleen door Grieken bestookt, maar ook door Trojanen die ons voor Grieken houden.
Geschreeuw roept ons nu vervolgens in de richting van het paleis van Priamus. Daar woedt de strijd het felst. De bloeddorstige zoon van Achilles, Pyrrhus, slacht daar pralend de ene na de andere Trojaan af. Aan de achterkant van het paleis is een deur, een geheime doorgang. Daardoorheen ga ik het paleis binnen. In het paleis is alles in rep en roer. Angstige kreten klinken op, vrouwen rennen in paniek door de gangen. Moeders zwerven door de zalen, houden de deurposten omklemd en kussen ze. Maar geen grendel of deuren kunnen Pyrrhus tegenhouden. Krakend bezwijken de deuren voor zijn gebeuk. Misschien wilt u, koningin Dido, weten hoe het afgelopen is met onze koning? Hoe Priamus zelf zijn einde gevonden heeft? Ik zal het u vertellen.