Roma > Boek 1
Hoofdstuk 3, tekst D
Er is (vaart) een schip op zee.Op het schip is (bevindt zich) Aeneas.
Hij staat op de achterstreven.
Hij huilt.
Troje is immers ver weg
Op het schip is (bevindt zich) ook Anchises.
Hij slaapt.
Op het schip is (bevindt zich) ook Ascanius.
Hij speelt.
Ook (de) andere Trojanen zijn op de schepen.
Ze zijn verdrietig, want ze vluchten.
Waarheen varen de schepen?
De Trojanen weten het niet.
Waar is hun nieuwe vaderland,
waar is hun nieuwe koninkrijk