Roma > Boek 1
Hoofdstuk 13, opdracht 10
1 quod, Fama had het plan aan Aeneas overgebracht. welk plan had hetovergebracht?
2 quae, Ik hoor liedjes. Welke liedjes hoor ik?
3 quo, De Trojanen roepen de leider met een naam. Met welke naam roepen zij hem?
4 quos, Daar zie ik mensen. Welke mensen zie je?
5 quo, De goden redden Aeneas uit het gevaar. Uit welk gevaar redden de goden
Aeneas?