Roma > Boek 1
Hoofdstuk 13, opdracht 1
1a. quam (vrouwelijk, accusativus enkelvoud)1a. quibus (mannelijk / vrouwelijk / onzijdig, dativus of ablativus meervoud)
2a. cui (mannelijk / vrouwelijk / onzijdig, dativus enkelvoud)
3f. quas (vrouwelijk, accusativus meervoud)
4b. quo (mannelijk / onzijdig, ablativus enkelvoud)
5d. qua (vrouwelijk, ablativus enkelvoud)
6a. cuius (mannelijk / vrouwelijk / onzijdig, genitivus enkelvoud)
6c. quos (mannelijk, accusativus meervoud)
6c. qui (mannelijk, nominativus enkelvoud)