Roma > Boek 1
Hoofdstuk 11, tekst B: Onweer
1. Plotseling dondert de hemel met groot gerommel.2. Regen stort neer en beekjes gezwollen door water stromen van bergen.
3. Een zwarte nacht bedekt het land.
4. De Tyriërs en Trojanen zoeken hevig verschrikt over de akkers afgelegen huizen op.
5. Dido en de Trojaanse leider komen in dezelfde grot terecht.
6. Toen gaf Juno een teken.
7. Vuren flitsten van de toppen van de bergen en Nymfen riepen ‘oehoe’.
8. Arme Dido, deze dag is voor jou de oorzaak van het kwaad en van jouw dood geweest.
9. Niet meer bekommerde je je om je goede naam, niet meer verborg je je liefde.
10. Je heimelijke liefde heb je een huwelijk genoemd.
11. Meteen rende Fama, die afschuwelijke godin, door de grote steden van Afrika
12. Met allerlei praatjes vulde ze de harten van de mensen en bezong wat er wel en
13. wat er niet gebeurd was.