Redde Rationem
Hoofdstuk 65, vertaling: Het begin van de 2e Punische oorlog
Opnieuw kwamen de bewoners van Marseille de Romeinen te hulp in tijden van zeer grote nood, toen die man Hannibal tegen de Romeinse staat een zeer heftige oorlog was begonnen. Hij immers, het slecht verdragend dat de Romeinse invloed almaar toenam, belegerde, bestormde en bezette na een paar maanden de stad Saguntum, een bondgenoot van Rome, met veronachtzaming van oude verdragen, terwijl de senaat zelfs toen nog beraadslaagde. Uiteindelijk werden er naar Karthago afgezanten gestuurd, die een oorlog moesten aanzeggen, als de Puniërs geen genoegdoening zouden geven voor het aangedane onrecht.Na de inname van Saguntum had Hannibal zich teruggetrokken in zijn winterkwartieren, en toen hij gehoord had wat er in Rome en Karthago gepasseerd was, besloot hij niet langer te aarzelen en zette hij zijn troepen de Hibernus over terwijl hij mensen vooruit had gestuurd om met geschenken de harten van de Galliërs, waarlangs het leger gevoerd moest worden, in te palmen en de doorgangen van de Alpen te inspecteren. Negentigduizend voetsoldaten en twaalfduizend ruiters heeft hij de rivier over geleid.
Daar onderwierp hij enige volken in zeer gruwelijke gevechten, niet zonder groot verlies van eigen mensen. Voor de gehele streek heeft hij een zekere Hanno aan het hoofd gesteld, aan wie tienduizend voetsoldaten en duizend ruiters ter beschikking gesteld zijn.
Vervolgens haastte hij zich naar het gebergte van de Pyreneeën; terwijl hij zijn leger daar doorheen voerde, hebben drieduizend voetsoldaten van de Carpetaniërs, een mediterraans volk in Spanje, uit angst voor de lange tocht rechtsomkeert gemaakt. Omdat hij hen niet kon terugroepen of met geweld tegenhouden, stuurde Hannibal bovendien nog zevenduizend mensen naar huis, waarvan hij had gemerkt dat zijzelf tegen hun wil volgden, terwijl hij deed alsof ook de Carpetaniërs door hem heengezonden waren. Na vervolgens de Pyreneeën overgestoken te zijn, trok hij Gallië in met vijftigduizend voetsoldaten en negenduizend ruiters.
spreekwoorden
In uitstel schuilt gevaar
Gelukkig is hij, die andermans gevaren behoedzaam maken / Gelukkig is hij, die door andermans gevaren behoedzaam gemaakt wordt