Plinius
Ep. I,9: Leve het platte land!
Gaius Plinius groet zijn vriend Minicius Fundanus,r1-10 in boek
Het overkomt mij wanneer ik in mijn landgoed in Laurentinum zomaar iets lees of schrijf of zelfs dat ik tijd besteed aan mijn lichaam, van deze ondersteuning wordt (immers mijn) geest ondersteund. Ik hoor niets dat het me spijt dat ik het gehoord heb (en) ik zeg niets waarvan het me spijt dat ik het gezegd heb; Niemand roddelt bij mij over ook maar iemand bij ongunstige gesprekken, ik zelf bekritiseer niemand, tenzij toch mij(zelf) wanneer ik te weinig behoorlijks schrijf. Ik word noch door angst, noch door hoop opgejaagd, ik word door geen geruchten verontrust. Ik spreek slechts met mijzelf en mijn boekjes. O goed en zuiver leven! O zoete en deugdzame vrije tijd , mooier/aangenamer dan bijna elke taak! O zee, o strand, waar en afgezonderd (metonymie voor oord van inspiratie), hoeveel inspireren jullie mij, hoeveel zeggen jullie me! Verlaat daarom ook het lawaai, de vergeefse drukte en het vele zinloze werk van de stad zodra er een kans geweest zal zijn en lever je over aan studies en vrije tijd. Het is immers beter, zoals onze Atilius zeer knap opnieuw en zeer geestig zei: " Niets te doen hebben dan niets doen."
Het ga je goed!