Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Plato

Apologie - De proef op de som (21b9-21e1)

1 Ik ging, naar iemand van hen, die de naam heeft wijs te zijn
2 in de overtuiging dat ik daar zo ergens het orakel zou kunnen weerleggen
3 en dat ik aan het orakel zou laten zien: ‘Hier is iemand die slimmer is dan ik,
4 jij zei dat ik de slimste was.” Terwijl ik dit dus onderzocht –
5 want ik heb geen behoefte om namen te noemen, hij is iemand
6 van de politieke leiders, ten aanzien van wie ik een dergelijke ervaring had.
7 Oh mannen, van Athene – terwijl ik met hem een gesprek voerde met hem,
8 scheen het mij toe dat deze man wel slim leek te zijn
9 voor vele en andere mensen en het meeste voor hemzelf,
10 maar niet was. En vervolgens probeerde ik aan hem te tonen,
11 dat hij meende slim te zijn, maar het niet was.
12 Ten gevolge daarvan maakte ik mij gehaat bij
13 vele van de aanwezigen. En dus dacht ik bij mijzelf,
14 terwijl ik weg ging, dat ik slimmer was dan deze man.
15 Want niemand van ons loopt het risico
16 iets goeds en moois te weten. Maar
17 deze meent iets te weten, terwijl hij niets weet, maar ik,
18 zoals ik het niet weet, meen dat dus ook niet.
19 Het lijkt in ieder geval dat ik juist hierdoor een klein beetje slimmer ben dan deze,
20 dat ik de dingen die ik niet weet, ook niet meen te weten.
21 Vervolgens ging ik naar de andere van die die wijs schijnen
22 te zijn en ik kwam tot datzelfde inzicht.
23 en dus bij deze en bij vele andere werd ik gehaat.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18