Phoenix > Boek 4
5 Sallustius, tekst: Lukt de list?
[94] vanaf lijn 38: Marius, toen hij had vernomen uit de boden watde Liguriër had gepresteerd, hoewel hij de Numidiërs reeds de hele
dag op de veldslag gericht had gehouden, toen dan echter na de
soldaten te hebben aangespoord, en zelf vanuit de schutdaken te
zijn gekomen, na een schilddak te vormen, ging tot aan de muur en
bestookte tegelijkertijd de vijand met katapulten, boogschutters en
slingeraars uit de verte. Maar de Numidiërs, nadat ze dikwijls
vroeger de schutdaken van de Romeinen had omvergeworpen, zelfs in
brand gestoken, beschermden zichzelf niet met de wallen van het
fort, maar liepen dag en nacht heen en weer voor de muur,
beledigden de Romeinen en verweten Marius zijn waanzin, en
bedreigden onze soldaten met slavernij onder Jugurtha, en door hun
successen waren ze woest. Terwijl intussen alle Romeinen en de
vijanden gericht waren op de veldslag, en terwijl aan beide zijden
met groot geweld de enen voor roem en het rijk streden, en de
anderen voor hun welzijn, weerklonk plots een signaal in de rug. En
eerst vluchtten de vrouwen en de kinderen weg, die naar voren waren
gekomen om te zien, vervolgens naar gelang iedereen het dichtst bij
de muur was, tenslotte allen samen, gewapend en ongewapend. Toen
dit was gebeurd, drongen de Romeinen des te feller aan, sloegen hen
neer en verwonden alleen maar de meeste, vervolgens stapten ze over
de lichamen van hen die gevallen waren, terwijl ze begerig naar
roem wedijverden om de muur te beklimmen en het verlangen om buit
te maken hield helemaal niemand op.