Phoenix > Boek 4
4 Plinius, tekst: De tocht naar Stabiae
Het scheen belangrijk en de moeite waard om van dichterbij te onderzoeken voor hem, zoals vanzelfsprekend voor een zeer geleerd man. Hij beval een snelle galei klaar te maken en gaf mij de gelegenheid, indien ik dat wou, met hem mee te gaan. Ik antwoordde dat ik liever wou studeren, want hij had me toevallig zelf een schrijfopdracht gegeven. Hij was net de deur uit toen hij een briefje ontving van Rectina, de vrouw van Tascus. Omdat zij bang gemaakt was door het dreigend gevaar. (Haar landgoed lag immers onder de Vesuvius en er was geen mogelijkheid te vluchten tenzij per boot): ze smeekte hem haar aan het grote gevaar te ontrukken. Hij wijzigde zijn plan en wat hij uit leergierigheid was begonnen, ging hij tegemoet met heldhaftigheid. Hij liet vierriemers komen en ging zelf aan boord, niet om alleen Rectina, maar om velen te redden (want de prachtige kust was dichtbevolkt). Hij haastte zich naar daar vanwaar anderen vluchtten, hij hield rechte koers en stevende recht op het gevaar af;!hij was zo bevrijd van vrees dat hij alle bewegingen en gedaantes van die catastrofe, zoals hij ze met zijn ogen waarneemt, dicteerde en nauwkeurig liet opschrijven. Er viel al as op de schepen en hoe dichter ze naderden, des te warmer en dichter opeen, ook vielen er al puimstenen en gebroken, zwartgeblakerd door het vuur, stenen op de boten, en plotseling er al een ondiepte en een explosie van de berg maakte de kusten ontoegankelijk. Toen hij een beetje had getwijfeld of hij het roer om zou gooien, zei hij het vervolgens aan de stuurman terwijl die hem aanraadde dat te doen:"Het lot helpt de dapperen. Ga naar Pomponianus."