Phoenix > Boek 3
Tekst 1.5: De gouden slang (versie 2)
HET VERLIES VAN DE SCHATAulus Umbricius, een zeer rijke Romeinse ridder, had de gewoonte als hij met z'n paard een tocht maakte hij rijkdom bij zich meedroeg. Op een dag kwam hij naar de stad Amiternum. Het paard dat hij bereed, sloeg plotseling op hol door een beet van een insect en wierp de ruiter en z'n geldtas weg. Umbricius werd zwaar gewond naar Amiternum overgebracht. Een arme inwoner van de stad, Rufus genaamd, vond toevallig een geldtas met daarin niet allen een grote hoeveelheid geldstukken maar ook een schitterend sieraad, een gouden slang.
DE EERLIJKE VINDER
Procula, z'n vrouw, wou noch de geldstukken noch de juwelen teruggeven, ze zei; 'Wat de goden ons hebben gegeven, zullen we ook bewaren.' Maar de volgende dag werd er in de stad gemeld; 'Wie de schat van Umbricius teruggeeft, zal honderd denarii als beloning krijgen.' En zo gaf Rufus de ridder z'n hele schat terug en wachtte hij op z'n beloning. Maar toen de rijke Umbricius, hoewel hij zag dat er niets van de schat ontbrak, vol slechtheid zei; 'Waar is mijn andere gouden slang?' Verontwaardigd antwoordde hij dat hij niets meer had gevonden, zelfs toen hij er getuigen bijgehaalde zei hij hetzelfde. Toch hield Umbricius niet op met het terugeisen van z'n andere slang. De mensen van de stad, kozen partij voor de rijke, ze sleepten Rufus naar de koning, die de rijke, de arme en de verloren schat bij hem liet komen.
VOOR DE RECHTER GEDAAGD
Lepidus, een beroemde filosoof, op wie de koning bij processen kon vertrouwen. Lepidus riep de arme bij zich; 'Zeg me, heb jij het sieraad van deze man? Als je het echt niet hebt gedaan zal ik je proberen vrij te krijgen.' Rufus antwoordde; 'ik heb de goden als getuigen, ik heb zoveel als ik gevonden had teruggegeven.' De filosoof zei tot de koning: 'Die rijke mens is zeker beter en geloofwaardiger; hij zal dus nooit terugeisen wat hij niet verloren heeft. Aan de andere kant geloof ik dat die arme niets meer heeft gevonden dan wat hij teruggegeven heeft. Beslist, want een slecht mens zal toch geen schat teruggeven? Die zou hij dan wel helemaal verbergen!
EEN SLIM VONNIS
Vervolgens de rechter; 'hoe moet ik oordelen volgens jou?' De filosoof; 'neem de gevonden schat; geef Rufus 100 denari?n uit de schat; de rest van de schat moet worden bewaard in de schatkist van de stad, totdat er iemand komt die op zoek is naar een geldtas die 1 gouden slang bevat. Want hier is geen man aanwezig van wie de schat is. De koning ging akkoord met het advies. Maar Umbricius, die word meer geraakt door verlangen naar goud dan door schaamte en riep uit; 'Ik moet bekennen dat het mijn schat is, en er ontbreekt zelfs geen enkel geldstuk. Maar omdat ik de arme man die beloning van mij niet gunde zei ik dat er nog een andere slang ontbrak.'
De koning sprak met strenge stem; 'Zwijg, schurk, bijna werd een onschuldige man veroordeeld voor diefstal die je zelf hebt gepleegd! Het zal je nooit toegestaan worden nog naar deze stad terug te keren. Vervolgens overhandigde hij Rufus z'n beloning uit de schat; en gaf Rufus de rijke z'n schat terug, en de rijke werd nooit meer teruggezien in Amiternum.'