Phoenix > Boek 2
Tekst 2.3: De equo ligneo
De Grieken belegerden reeds vele jaren tevergeefs de stad Troje. Vaak streden ze met de Trojanen maar nooit konden ze de overwinning behalen. Uiteindelijk bedachten ze een list: ze bouwden een reusachtig houten paard en verborgen daarin hun beste soldaten. ‘s Nachts lieten ze het groot dier op het strand achter. Daarna braken ze hun kamp op, voeren naar het eiland Tenedus en hielden zich daar schuil.Bij het eerste daglicht stonden de Trojanen verstomd: in de vlakte zagen ze geen kamp, geen schip, geen soldaat, niets anders dan een reusachtig paard. Onmiddellijk deed het gerucht de ronde in de stad. Met luide stem kraaiden de burgers victorie, jongens en meisjes dansten. Van overal kon je horen: “De Grieken zijn weggegaan! Ze zijn teruggekeerd naar huis! Ze hebben niets anders dan een houten paard achtergelaten!” Blij kwamen de Trojanen uit hun stad en liepen te hoop naar het grote dier.
Met grote bewondering werd het gevaarte door allen bekeken en aan-geraakt, toen de priester van Neptunus, Laocoön, die de Grieken altijd wantrouwde, zijn medeburgers waarschuwde: “De Grieken zijn niet naar hun vaderland teruggekeerd. Geloof me! Jullie kennen Odysseus toch wel? Dit is een belegeringstuig, dat door de Grieken is gebouwd tegen onze muren. Er houden zich daar soldaten in schuil.” Na die woorden slingerde hij met grote kracht een lans naar het grote dier.
Precies op dat moment kwam een zekere Sinon, een leugenachtige Griek, te voorschijn en zei: “De Grieken zijn naar huis teruggekeerd. Alleen ik ben achtergelaten, omdat ik Odysseus beledigd heb. Dit paard is door de Grieken gebouwd voor Minerva.”
Dan verschijnen plots twee huiveringwekkende en woeste slangen uit de zee en omstrengelen op het strand de ongelukkige priester samen met zijn twee zonen en ze verscheuren hen. En zo geloofden de Trojanen Sinon. De poort van de stad werd opengemaakt en het gevaarte werd naar de burcht getrokken.
Midden in de nacht, terwijl de Trojanen het einde van de oorlog vierden, daalden de Griekse soldaten, die stilzwijgend in de buik van het paard verborgen zaten, uit hun schuilplaats af. Ze zetten alle stadspoorten open en gaven een teken aan het Griekse leger. Zonder uitstel voeren de Grieken terug naar de kust en kwamen gemakkelijk Troje binnen. De stad werd ingenomen, veel burgers werden op gruwelijke wijze gedood en alle huizen in brand gestoken. Zo werd Troje verwoest.