Phoenix > Boek 2
Tekst 1.4: De Iphigenia
Er was geen wind, de schepen stonden onbeweeglijk aan de kust en de soldaten wachtten ongeduldig af. Agamemnon, de broer van Menelaus en een Griekse leider, beval de waarzegger Calchas te komen en vroeg hem: " Wat moeten wij doen? Wij moeten toch niet eeuwig wachten? Wat heeft de waarzegger (Orakel) jou gezegd?"Calchas antwoordde tegen zijn zin: "Diana, de godin van de jacht, is woedend op jou omdat jouw soldaten een heilige hinde hebben gedood. Daarom is er geen wind. De godin eist nu je dochter, Iphigenia, als offer. Slechts op die voorwaarde zal er wind zijn en zal je naar Troje kunnen varen."
Maar Agamemnon riep: "Dat kan ik niet doen! Je hebt je vergist, Calchas. Zo wreed kan de godin niet zijn." Maar de overige aanvoerders en soldaten hielden niet op met smeken.
Eindelijk gaf de droevige Agamemnon toe aan hun smeekbeden. Odysseus, ontbood Iphigenia met een list in het kamp: want hij beloofde haar een huwelijk met Achilles, een sterke leider. Na een lange en moeilijke tocht kwam het vrolijke meisje in kamp samen met haar moeder Clytaemnestra en haar broer Orestes. Haar vader weende en hij kon de waarheid niet zeggen.
Maar Odysseus trok haar naar het altaar. Maar op dat moment bemerkten ze allen iets wonderlijks. Terwijl Iphigenia op het altaar lag, daalde Diana af uit de hemel en nam haar mee. Ze plaatste een hinde in haar plaats en ze maakte het meisje tot priesteres van haar tempel.
Agamemnon en de overige leiders van het leger stonden eerst verstomd, vervolgens bedankten zij de godin en offerden de hinde. Dadelijk waaide de wind. Eindelijk konden de Grieken de schepen losmaken en naar Troje varen.