Pallas > Druk 5: boek 3
Hoofdstuk 24, tekst C: Afrodite Kallipygos
Een boer had twee mooie dochters: deze wedijverden eens met elkaar (over de vraag) wie van hen beiden de mooiste billen had. Nadat zij dus naar de rijweg gegaan waren, toonden zij hun billen aan de langskomende mannen/die langskomen. En eens toen een jongeman langskwam, die een oude en rijke vader had, toonden de meisjes zichzelf aan hem. En nadat hij beiden had bekeken, koos hij de oudste en hij werd tegelijkertijd verliefd op haar; hij gaat naar de stad terug en thuis gekomen werd hij door zijn verliefdheid ziek en hij vertelde datgene wat gebeurd was, aan zijn broer, die jonger was. Toen deze ook zelfnaar de akkers was gegaan en de meisjes bekeken had, wordt hij
verliefd
op het andere meisje. Maar hun vader wilde zijn zonen
met vrouwen van betere afkomst verbinden/laten trouwen, maar hij overreedde/overtuigde hen niet/kon hen niet overtuigen. Hij brengt dus voor hen de meisjes van de akker(s), nadat hij hun vader had overtuigd, en hij laat hen trouwen met zijn zonen. Zij werden door de burgers ‘met de mooie billen’ genoemd. Omdat zij schitterende bezittingen hadden gekregen, wijdden zij een tempel aan Afrodite, nadat ze de godin ‘Kallipygos’ hadden genoemd.