Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 5: boek 3

Hoofdstuk 17, tekst A: Een bezoek aan Kirke

1 Vandaar voeren we verder wenend, maar blij uit/aan de dood (te zijn ontsnapt).
Wij bereikten het eiland Aiaia, waar Kirke met de mooie vlechten woonde,
een geduchte godin. Terwijl ik overwoog scheen dit plan mij
het beste te zijn: ik beval Eurylochos, terwijl hij
5 twee en twintig makkers meenam, het eiland te bekijken en zelf
bleef ik met de anderen bij het schip. Eurylochos en
de vrienden vonden het huis van Kirke, gelegen in een mooie streek.
Daar vielen veel wolven en leeuwen, terwijl ze rondom het huis waren,
en de vrienden angst gaven/inboezemden, hen niet aan,
10 maar met hun lange staarten kwispelend stonden ze (tegen hen) op, als honden.
Toen hoorden de vrienden binnen Kirke zingen(d) met een mooie stem en
riepen (haar) schreeuwend. En zij, meteen de deur openend,
riep hen naar binnen. Onmiddellijk nu volgden allen haar onwetend,
maar alleen Eurylochus bleef buiten achter, omdat hij meende dat het een list was.
15 Kirke, terwijl zij hen gastvrij ontving en een maaltijd gereedmaakte,
maakte een verschrikkelijke drank en mengde slechte kruiden door het eten.
Na de maaltijd, terwijl ze hen onmiddellijk met een staf sloeg
sloot ze hen op in de varkenshokken, terwijl ze de koppen en stem en het uiterlijk van zwijnen
hadden! Maar hun geest was intact, zoals vroeger.
20 Vervolgens gooide Kirke eikels bij hen, zoals zwijnen altijd eten.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.257

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21