Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 4: Boek 1

Hoofdstuk 18, tekst B: Achilles en Ajax

1 Nadat wij dit hadden besproken, kwam de schim van Achilles.

De schim herkende me en wenend sprak hij deze woorden:

'Van Zeus afstammende Odysseus, hoe durfde je hierheen af te dalen, waar slechts

doden wonen, schimmen van stervelingen die gestorven zijn?

5 Ik antwoordde hem: 'Ik ben hierheen gekomen, Achilles,



uit behoefte aan Teiresias, omdat hij mij over de terugkeer de waarheid

kon zeggen; want ik zag Ithaka nog niet, maar altijd

heb ik smarten... Maar toen jij nog leefde, was er geen man gelukkiger.

Nu, terwijl je hier bent, heers je over het volk

10 van de gestorvenen! Je moet niet, nu je gestorven bent, over iets klagen!'

Hij antwoordde mij: 'Prijs me de dood niet, Odysseus!

Want liever wil ik een slaaf op het land zijn bij een man,

zonder bezit, dan hier heersen over alle gestorvenen!"



Toen de schim van Achilles was weggegaan, zag ik de schim

15 van de grote Ajax. Hij bleef alleen op een afstand staan, boos

over mijn overwinning, omdat ik vóór hem de schitterende wapenrusting van Achilles

had gekregen. Door de wapenrusting was die man gestorven, die wat betreft uiterlijk en daden

verreweg de beste van de Grieken was (geworden), na de van Zeus afstammende

Achilles. Ik sprak tot hem met vriendelijke woorden:

20 'Ajax, gegroet! Zul je nooit - zelfs niet nu je gestorven bent! - Ajax,

ophouden met je woede op mij vanwege de wapenrusting? Want niemand

anders is schuldig, maar Zeus, die zeer haatte

degenen die naar Troje een veldtocht hadden ondernomen. Maar vooruit, kom hierheen,

heer, en luister naar mijn woorden: houd op met je woede en

25 wees niet meer slechtgezind, maar word mij weer goedgezind!'

Nadat hij niets had gezegd/zonder dat hij iets had gezegd, ging hij weg naar de andere schimmen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18