Pallas > Druk 3: boek 1
Hoofdstuk 11, tekst C: Taaloefeningen A+B
A1. jullie berichtten
2. ik stuurde weg/ zij stuurden weg
3. Hij hoopte
4. jij hoorde
5. hij stierf
6. wij kwamen
7. ik ging weg/ zij gingen weg
8. jullie woonden
9. Ik ontdeke / zij ontdekten
10. jij vond
B
1. te verbergen
2. hij nam
3. zij vluchtten / ik vluchtte
4. ik was/ hij was
5. hij riep
6. zoek
7. beveel
8. wees niet
9. wij redden
10. jullie hoorden