Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 3: boek 1

Hoofdstuk 10, tekst A

Achilles wil door zijn woede niet meer voorvechter bij het gevecht zijn, maar hij zit werkeloos in zijn tent. Daar zingt hij met zijn lier over de werken van de oude Grieken.

Zo overwinnen de Trojanen de Grieken in het gevecht en doden ze veel van hen. Ze zijn al dichtbij het Griekse legerkamp.

Dus verliezen de legeraanvoerders van de Grieken de moed. Zij beschouwen Agamemnon schuldig aan de rampen. Tenslotte zeggen ze tegen meester Agamemnon: "Heerser, luister naar je vrienden en wees niet boos; niet wij zijn schuldig aan de vele rampen, maar jij, heerser, jij bent schuldig. Wees nu niet meer onbuigzaam, maar doe het zo: Stuur het meisje Briseïs terug naar Achilles, geef hem bovendien veel geschenken. Als je dit doet, kun je zijn woede stoppen. Misschien wil Achilles opnieuw voorvechter zijn". Agamemnon gaat akkoord met hun woorden en zegt: "Jullie zijn trouwe vrienden, legeraanvoerders, en jullie hebben gelijk. Verlies nu dus niet de moed, want ik ben bereid om dit te doen. Kies de beste bodes uit en stuur hen met de geschenken naar Achilles.