Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 17, tekst A: taaloefeningen (versie 1)

A.
1.[γριεξ]Πυνqανομαι ανεμον μεγαν αυτουσ αποfερειν.[/γριεξ]
Ik verneem dat de harde wind hen afdrijft.
2.[γριεξ]Γιγνwσκετε τον xενον ανδρειοV ειναι.[/γριεξ]
Jullie weten dat de vreemdeling moedig is.
3.[γριεξ]Ευcομεqα θν Αqhναν hμιν αει παριστqαι.[/γριεξ]
Wij bidden dat Athena ons altijd bijstaat. Wij bidden Athena ons altijd bij te staan.
4.[γριεξ]ΝομιζειV τουV ανqρwπουV θV δοxεV fροντιζειν; [/γριεξ]
Meen jij dat de mensen zich bekommeren om hun reputatie?
B.
1.[γριεξ]ΛεγειV οτι οι πολεμιοι θ γhν βλαπτουσιν.[/γριεξ]
Jij zegt dat de vijanden het land schade toebrengen.
2.[γριεξ]Νομιζομεν οτι h qαλαττα καλh εστιν.[/γριεξ]
Wij menen dat de zee mooi is.
3.[γριεξ]Πυνqανομεqα οτι ο αγγελοV ειV θν νhσον αfικνειται.[/γριεξ]
Wij vernemen dat de bode naar het eiland komt.
4.[γριεξ]Ελπιζει οτι οι Αqhναιοι τα τεκνα σwιζουσιν.[/γριεξ]
Hij hoopt dat de Atheners de kinderen redden.
C.
1.[γριεξ]ευρισκειν[/γριεξ] vinden
2.[γριεξ]ζhτειν[/γριεξ] zoeken
3.[γριεξ]παριστασqαι [/γριεξ] bijstaan/helpen
4.[γριεξ]fοβεισqαι [/γριεξ] bang zijn voor / vrezen
5.[γριεξ]καqhσqαι[/γριεξ] zitten
6.[γριεξ]μετεcειν[/γριεξ] deelnemen
7.[γριεξ]λειπειν[/γριεξ] (ver)laten
8.[γριεξ]παρακελευεσqαι[/γριεξ] aansporen
9.[γριεξ]πιπτειν[/γριεξ] vallen
10.[γριεξ]επιστασqαι[/γριεξ] 1.weten 2. kunnen
11.[γριεξ]ειναι [/γριεξ] zijn
12.[γριεξ]ερcεσqαι[/γριεξ] gaan,komen
13.[γριεξ]fρονειν[/γριεξ] verstandig zijn
14.[γριεξ]απτεσqαι[/γριεξ] aanraken
15.[γριεξ]τρεfειν[/γριεξ] voeden

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.257

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21