Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 16, tekst A: Nausikaa (versie 1)

De godin Athena komt aan bij het huis van Alkinoös:
want zij bekommert zich om de terugkeer van Odysseus.
Dus gaat ze naar de slaapkamer van Nausikaä,
de dochter van Alkinoös. Het meisje slaapt,
en in haar slaap spoort de godin haar aan:
"Nausikaä, waarom slaap jij nog en vergeet je de mantels?
Ze liggen er allen vuil bij! Maar het is noodzakelijk hen te wassen.
Want je zult niet lang meer nog meisje zijn: want je zult spoedig trouwen.
De beste mannen van de Faiaken willen met je trouwen.
Dus dan moeten de mantels schoon zijn."

s'Morgens vroeg wordt Nausikaä wakker en verwonderd zich over haar droom.
Meteen gaat ze naar haar vader en vraagt hem:
"Lieve papa, ik wil de mantels in de rivier wassen.
Want het past bij u in schone mantels naar de raadsvergadering te gaan, en
mijn broers willen altijd in schone kleren dansen. De rivier is ver verwijderd van de stad.
Dus kan jij een wagen gereedmaken?"

Met deze woorden overtuigt Nausikaä haar vader: want zij schaamt zich met haar geliefde vader over haar huwelijk te spreken!
Maar deze begrijpt alles en antwoordt:
"Ik kan, mijn kind, doen, dat wat jij vraagt.
Ga maar!"
Zo dan rijdt Nausikaä zelf in de wagen met de mantels naar de rivier;
en de dienaressen gaan te voet.

Daar ligt Odysseus nog in het struikgewas te slapen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18