Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 1

Hoofdstuk 5, tekst B: taaloefeningen

A
1. De vreemdeling is geen vriend - [γριεξ]fιλοσ[/γριεξ]
2. Het slechte mens is naar de koningin gekomen - [γριεξ]κακοσ[/γριεξ]
3. De godin houdt van het mooie werk - [γριεξ]καλον[/γριεξ]

B

1. Daar zegt Herakles tegen het slechte mens - [γριεξ]ενταυqα[/γριεξ]
2. De koningin stuurt de vreemdeling meteen naar de verschrikkelijke strijd - [γριεξ]αυτικα[/γριεξ]
3. De godin gaat naar het mooie land - n.v.t. geen bijwoord
4. De god bewondert de dappere man erg - [γριεξ]μαλα[/γριεξ]

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18