Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 1

Hoofdstuk 16, tekst C

Nausikaä antwoordde aan Odysseus: Vreemdeling, Zeus verdeelt het succes over goede en slechte mannen, zoals hij zou willen. Het is nodig zo te lijden, of je wilt of niet. Nu, nadat jij in onze stad was aangekomen, ben ik bereid om jou te helpen. Wij zijn de Faiaken.Ik ben de dochter van Alkinoös, de leider van de Faiaken. Daarna gaat Nausikaä de meisjes helpen. Dienaressen, niet bang zijn. Vlucht niet meer maar ga staan. Want alle vreemdelingen en bedelaren staan onder de bescherming van Zeus. Kom aan, vriendinnen, we moeten eten en wijn voor deze man klaarmaken en hem wassen in de rivier en hem insmeren met olijfolie. Toen zag Odysseus de meisjes en zei tegen hen: Blijf dienaressen, want ik ben van plan mijzelf te wassen. Want ik schaam mij naakt te zijn voor zulke meisjes. Daarna waste Odysseus zich en smeert zich in met olijfolie. De godin Athene geeft hem veel charme. Daarna gaat Odysseus in de rivier zitten, schitterend als een ster. Nausikaä bekijkt hem, want de man toont haar gelijk aan een god.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26