Hoofdstuk 8 Herodotos 6A: Kambyses doodt de Apis-stier

Toen de priesters Apis bij hem gebracht hadden trok Kambyses, aangezien hij enigszins gestoord was, zijn dolk. En terwijl hij de maag van de Apis wilde treffen trof hij zijn dijbeen.
En hij lachte en zei tegen de priesters: "Stomkoppen, doen goden zich zo voor/ worden zo goden geboren met bloed en van vlees en gevoelig voor ijzeren wapens?"
Deze god is tenminste de Egyptenaren echt waardig maar besef wel U zult mij niet ongestraft belachelijk kunnen maken. Na dit gezegd te hebben droeg hij aan degene die deze taak hebben op om de priesters af te ranselen en om diegene van de overige Egyptenaren te doden die zij erop betrapten dat hij feest vierde. Het feest voor de Egyptenaren was dus beëindigd en de priesters werden bestraft en de stier getroffen in zijn dij stierf liggend in de tempel; en dus toen hij stierf ten gevolge van zijn wond begroeven de priesters hem buiten medeweten van Kambyses.