Pallas > Druk 1: boek 3
Hoofdstuk 3 Godengesprekken 2B: Een hyacint als herinnering
Apollo: Hij leerde hem discuswerpen en ik wierp discus met hem, maar de meestvervloekte wind Zefyros was ook zelf allang verliefd op Hyakinthos en omdat
hij geen aandacht kreeg en de afwijzing niet verdroeg, deed hij die dingen. Ik
wierp de discus omhoog, zoals wij gewoon waren, maar hij liet de discus met een
windvlaag vanaf het Taygetos-gebergte neerkomen op het hoofd van de jongen,
zodat er door de klap veel bloed stroomde en de jongen onmiddellijk stierf. Maar
ik wreekte me meteen op Zefyros door pijlen af te schieten, hem vervolgend tot
aan de berg, terwijl hij vluchtte en voor de jongen legde ik ook de grafheuvel
aan in Amyklai, waar de discus hem trof. En ik zorgde ervoor de dat aarde uit
het bloed een zeer aangename bloem deed groeien, Hermes, die én het rijkst
bloeit van alle bloemen én nog bovendien letters heeft die het lijk bejammeren.
Maak ik op jou de indruk zonder reden verdrietig te zijn?
Hermes: Ja, Apollo, want jij wist dat je een sterveling tot je geliefde had
gemaakt: daarom moet jij niet rouwen om zijn dood.