Pallas > Druk 1: boek 1
Hoofdstuk 9, tekst C: taaloefening
C.1. Agamemnon is niet van plan het meisje niet de waarheid te zeggen.
2. Ifigeneia gelooft de bodes.
3. Door angst vlucht Ariadne van Kreta naar Athene.
4. Lange tijd roept Theseus Ariadne.
5. Door groot verdriet doodt Aigeus zichzelf.
6. Paris is Menelaos, de heerser van Sparta, niet goedgezind.
7. De andere legeraanvoerders verhinderen Agamemnon niet om Ifigeneia te geven aan de geduchte godin.
8. De soldaten zijn blij met de wapens.
9. De legeraanvoerder beveelt de matrozen om te varen.
10. Het leven van mensen geeft vele gevaren en verdriet.