Pallas > Druk 1: boek 1
Hoofdstuk 11, tekst A: taaloefening
D1. Hij had twee kinderen, één meisje (dochter?) en één zoon.
2. Lange tijd waren de soldaten blij met de krachtige oorlog.
3. De schitterende wapens zijn van Patroklos zijn vriend.
4. Verschaf je wapens niet aan Patroklos, Achilles
5. Voer geen oorlog tegen het mooie Troje, legeraanvoerders.