Ovidius en Caesar
Tekst 11.3
1) Hij vroeg hetzelfde in het geheim aan anderen. Hij ontdekte dat ze waarwaren: Dat het echt Dumnorix was, een man van de hoogste dapperheid en met
een grote invloedssfeer bij het volk wegens zijn vrijgevigheid en begerig
naar een revolutie. Dat hij gedurende verscheidene jaren tol en alle andere
belastingen voor de Haedui voor een kleinen prijs had gepacht en wel daarom,
omdat niemand een tegenbod durfde te doen wanneer hij een bod deed.
2) Dat hij door deze zaken zowel zijn familiebezittingen had vergroot als
ook dat hij zich geldmiddelen had verworven om te schenken; dat hij altijd
grote getallen ruiters op eigen kosten onderhield om om zich heen te hebben;
Dat hij niet alleen in zijn eigen land, maar ook bij de aangrenzende staten
veel invloed had en dat hij omwille deze macht zijn eigen moeder bij de
Biturgers aan de adellijkste en machtigste man daar had uitgehuwd; Dat hij
zelf een vrouw had van de Helvetiërs; Dat hij een halfzuster van moederskant
en haar verwanten had uitgehuwelijkt aan andere stammen.
3) Dat hij erg gesteld was op de Helvetiërs vanwege die familiebanden, maar
dat hij ook om persoonlijke redenen Caesar en de Romeinen haatte, omdat door
hun komst zijn macht verkleint was en omdat zijn broer Diviciacus in zijn
oude positie van invloed en eer was teruggeplaatst.
4) Dat hij, als de Romeinen iets zou overkomen, de grootste hoop zou
beginnen te koesteren om het koninkrijk via de Helvetiërs te bezetten. Dat
hij onder de heerschappij van het Romeinse volk, niet alleen wanhoopte aan
de heerschappij, maar zelfs aan de invloed die hij had.