Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Minerva > Boek 2

Tekst 21A

a.
Als jij vraagt wat ik ben: as en verbrande as.
b.
Waarom klaag jij over het doodslot, zeer geliefde echtgenoot,
aangezien er voor iedereen één gemeenschappelijke weg is?
Houd op je bezorgde hart te pijnigen met verdriet:
het gastvrij onthaal van het leven duurt gewoonlijk niet lang.
c.
Jij die wil weten welke ledematen er in dit graf liggen,
zal (dat) vernemen, mits jij deze versregeltjes opnieuw leest.
d.
Ik vraag (je) dat je de schimmen van het graf geen geweld durft aan te doen.
e.
Het leven is iets goeds, en het leven is iets slechts; de dood heeft geen van beide.
Bekijk nauwkeurig als je slim bent, wat meer voordeel geeft.
f.
Ik heb geleefd, zoals ik wilde; waarom ik dood ben, weet ik niet.
g.
Wie je ook bent, draai je ogen even hierheen, reiziger,
en lees welke naam deze grafsteen bevat.
h.
Houd je pas in, ook al vlucht/vervliegt het korte uur, reiziger.
i.
Als er schimmen zijn/bestaan, moge voor jou de aarde licht zijn.
j.
Spreek, ik vraag je, vreemdeling die voorbijgaat: “Moge de aarde voor jou
licht zijn en mogen je botten zacht rusten.”
k.
Jij, die (dit) zult doorlezen, moge jij leven, gezond zijn, beminnen, bemind worden.
l.
Mogen de goden jullie goed behandelen, vrienden, en mogen jullie, reizigers,
welgezinde goden hebben.
m.
Maar niemand zou kunnen weerstaan, waarheen de lotgevallen roepen.
n.
Vrees de Lethe niet; want het is dwaas om gedurende de hele tijd,
dat jij de dood vreest, de levensvreugde te verliezen.
o.
Treur niet vader, ook jij moeder moet ophouden met huilen.
Een nakomeling heeft eeuwige levensvreugde.
p.
Niemand moet hier een plas doen.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18