Minerva > Boek 2
Tekst 20A
a. Het ideale meisjeVraag jij, Flaccus, wat voor een meisje ik wil of niet wil?
Ik wil niet een al te gemakkelijk (meisje) en niet een al te moeilijk.
Dat type dat in het midden is en tussen beide, keuren wij goed:
ik wil graag wat pijnigt en niet wat verveelt.
b. Oud is aantrekkelijk!
Paula wil met ons/mij trouwen, ik wil niet met Paula
trouwen: ze is een oude vrouw. Ik zou het willen, als ze nog ouder was.
c. Secundilla is overleden!
(1) Waarom zien wij een nogal droevige Saleianus?
Of is er een lichte/onbeduidende oorzaak? Jij zegt, ik heb mijn vrouw begraven.
O groot vergrijp van het lot! O zwaar toeval/voorval!
Is die, die rijke Secundilla gestorven,
(5) die jou een miljoen als bruidsschat heeft gegeven?
Ik zou niet willen dat dit jou was overkomen, Saleianus.
d. Ware vrijheid
(1) Wil jij vrij worden? Je liegt, Maximus: jij wilt het niet.
Maar als je vrij wil worden, kun je het op deze/de volgende manier.
Jij zult vrij zijn, als je niet buitenshuis wil eten, Maximus,
als de druif uit Veï jouw dorst temt/lest,
(5) als je kunt lachen om het met goud ingelegde servies van de ongelukkige Cinna,
als jij tevreden kunt zijn met onze/mijn toga,
als de gewone Venus door jou voor twee centen wordt overgehaald,
als jij je huis niet rechtop kunt binnengaan.
Als jij deze kracht hebt, als jij een grote geesteskracht hebt,
(10) kun je vrijer leven dan de koning van de Parthen.
e. Amor
Galla, weiger: de liefde verveelt tenzij vreugde kwelt:
maar weiger niet al te lang, Galla.
f. In je geld op tijd!
Hylas met ontstoken ogen wilde onlangs aan jou, Quintus,
drievierde betalen, met een oog wil hij de helft geven.
Neem het zo snel mogelijk aan; kort is de gelegenheid voor winst:
als hij blind zal zijn (geworden), zal Hylas jou niets betalen.