Minerva > Boek 2
Tekst 18A
(1) Nadat Antiochus op de vlucht was gejaagd, is hij, bang dat hij werd uitgeleverd, - wat zonder twijfel gebeurd zou zijn, als hij de gelegenheid had gegeven om hem gevangen te nemen - naar Kreta naar de inwoners van Gortyn gekomen, opdat hij daar zou overleggen, waarheen hij zich moest begeven. De slimste man van iedereen/aller slimste man zag echter dat hij in groot gevaar zou zijn, als hij niet iets van tevoren bedacht zou hebben, wegens de gierigheid(5) van de Kretenzers. Hij droeg immers een grote hoeveelheid geld bij zich, waarover hij wist dat een gerucht zich verspreid had. Daarom vat hij het volgende plan op. Hij vult verscheidene amforen met lood, (en) hij bedekt ze/de amforen van boven met goud en zilver. Hij zet ze neer, terwijl de leiders aanwezig zijn, in de tempel van Diana, terwijl hij doet alsof hij zijn bezittingen toevertrouwt aan het vertrouwen van hen. Toen dezen om de tuin zijn geleid, vult hij de bronzen
(10) beelden die hij met zich mee droeg/vervoerde, met al zijn geld en hij zet ze achteloos neer in de voorhof van het huis. De inwoners van Gortyn bewaken de tempel met grote zorg, niet zozeer tegen de overigen, als wel tegen Hannibal, opdat niet/om te voorkomen dat hij, zonder dat zij het wisten/buiten hun weten om, ze zou wegnemen en met zich mee zou voeren.