Minerva > Boek 1
Tekst 3B
(1) Kijk, Niobe en haar slavinnen komen.Waarom vereren jullie Latona? vraagt Niobe.
Mijn man is de zoon van Jupiter.
Wij hebben een groot paleis en veel goud.
(5) Ik ben ook erg mooi.
En daarbij heb ik zeven zonen en zeven dochters.
Latona echter heeft (slechts) 1 zoon en 1 dochter.
Vereer mij dus, vrouwen van Thebe!
Latona zit op een hoge berg en hoort alles.
(10) De godin is boos en zegt tegen haar kinderen:
Horen jullie die woorden?
Niobe vergelijkt zich met een godin, maar (ze) is een mens.
Ik ben een godin en jullie zijn de kinderen van Jupiter.
Wij zijn allemaal goden.
(15) Niobe beledigt ons dus!
Apollo en Diana, jullie moeten jullie moeder helpen:
Straf Niobe!