Minerva > Boek 1
Hoofdstuk 12, tekst B (verbeterd)
(1) (En) toen hij, nadat hij zijn zus had uitgehuwelijkt, terugkeerde, nadat er plotseling storm en regen was gekomen, steeg de rivier zo dat deze niet overgestoken noch overgezwommen kon worden; Moerus ging bij de oever daarvan zitten en begon te huilen,(5) bang dat zijn vriend in plaats van hem om zou komen. Toen Phalanx echter beval dat Selinuntius gekruisigd werd/moest worden, omdat het zesde uur van de derde dag al voorbij was en Moerus nog niet aankwam, antwoordde Selinuntius aan hem dat de dag nog niet voorbijgegaan was. Toen reeds
(10) negen uren voorbij waren, beveelt / beval de koning dat Selinuntius naar het kruis geleid wordt / werd.
(En) toen hij werd geleid, bereikt / bereikte Moerus, nadat hij met moeite eindelijk de rivier was gepasseerd, de beul en roept / riep van ver: Halt! beul, ik ben aanwezig, de persoon voor wie hij garant had gestaan.
Dit feit wordt / werd bericht aan de koning; (en) de koning beval dat zij bij hem gebracht werden en hij vroeg hen, om hun in zijn vriendschap op te nemen, en hij schonk het leven aan Moerus.