Lingua Latina > Boek 2
Hoofdstuk 22, tekstblok (versie 2)
1 Zijn moeder groet Gaius Gracchus.Je streeft ernaar om onze vijanden in bedwang te houden.
Je zegt immers dat ze gestraft moeten worden.
Maar pas op, dat je niet door haat en toorn wordt bewogen.
Handel met verstand en beleid!
5 Pas op, dat je de staat niet in verwarring brengt!
Mogen de vijanden dus leven en gezond blijven!
Ze moeten niet gestraft worden met grote schade van het Romeinse volk!
Laten wij toestaan, dat ze genieten van hun misdaden.
Mogen zij door de goden zelf gestraft worden!
10 Moge jij je moeder geloven dat niemand behalve zij, die jouw broer hebben vermoordt.
Het is echter nodig dat jij ervoor zorgt, dat ik in mijn ouderdom zo weinig mogelijk zorg(en) heb,
15 dat die dingen die jij overweegt te doen, mij bevallen en dat jij het als een onrecht beschouwt ook maar iets tegen mijn wil te doen.
Zie je dan niet, wat een klein deel van het leven voor mij nog over is?
Kan zelfs deze zo korte tijd jou (er) niet (toe) bewegen om mij te gehoorzamen en rustig te zijn?
Leef alsjeblieft zo, dat ook ik onbezorgd kan zijn en niet steeds ongerust wordt gemaakt.
20 Weet jij soms niet, wat voor een man Tiberius Gracchus, jouw broer, was, wat hij verlangde,en hoe schandelijk hij is gedood?
Maak mij niet kinderloos, stuur niet alles in de war!
Maar wanneer jij op geen enkele manier zult worden bewogen, gehoorzaam dan alsjeblieft je begeerte en streef naar het tribunaat, zodra ik dood ben.
25 Doe alsjeblieft pas dan, wat je verlangt, wanneer ik het niet meer meemaak.
Maar toch hoop ik dat jupiter het niet toelaat dat jij volhardt en dat er voor jou zo’n grote verblinding in je hart komt.
En wanneer jij volhardt, ben ik bang dat jij voor je hele leven zult ondervinden dat jij op geen enkel moment meer met jezelf tevereden kunt zijn. Je zult immers zeer bedroefd zijn, omdat je ongelukkig bent door jouw schuld!
30 Het ga je goed!